
38
NL
Gebruik van de
glaskeramische kookplaat
De kookzones in- en uitschakelen
Voor het inschakelen van een kookzone drukt u de
bijbehorende knop rechtsom.
Om hem uit te schakelen draait u de knop linksom
tot aan “0”.
Het aangaan van het controlelampje van de
ELEKTRISCHE KOOKPLATEN geeft aan dat
minstens één elektrische kookplaat aan is.
Bedieningsknoppen van de elektrische
kookplaten
De fornuizen kunnen voorzien zijn van normale en
snelle elektrische platen in verschillende
combinaties (de snelle platen verschillen van de
anderen door de aanwezigheid van een rode stip in
het midden). Gebruik pannen met een platte bodem
niet kleiner dan de diameter van de kookplaat, zo
vermijdt u warmteverlies en eventuele schade aan
de kookplaten. De verhoudingen tussen de positie
aangegeven op de knoppen en het gebruik van de
kookplaten dat wordt aangeraden, zijn aangegeven
in de tabel.
Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten
ongeveer 4 minuten lang op de maximale stand
worden gezet, zonder pannen erop te plaatsen.
Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag
hard en bereikt hij zijn maximale weerstand.
Controlelampje elektrische kookplaten
Dit blijft aan zolang er op de kookplaat een
elektrisch verwarmingselement aan is.
Praktische tips voor het gebruik van de kookplaat
• Gebruik alleen pannen met een dikke, platte
bodem zodat ze perfect aansluiten op het
verwarmingsvlak;
• gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken zodat alle hitte
wordt benut;
• controleer dat de bodem van de pannen altijd
goed schoon en droog is: de pannen zullen zo
optimaal op het kookgedeelte aansluiten waardoor
zowel pannen als kookvlak langer mee zullen
gaan;
• vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook
op een gasfornuis gebruikt: de
warmteconcentratie van gasbranders kan de
bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet
goed meer aansluiten;
• laat nooit een kookgedeelte zonder pan erop
aanstaan, het zou kapot kunnen gaan.
Programma Snelle of normale elektrische plaat
0 Dicht
1 Voor het bereiden van groenten en vis
2 Voor het bereiden van aardappelen (op stoom),
soep, erwten, bonen
3 Voor het langduriger koken van grote
hoeveelheden, groentensoep enz.
4 Voor het braden van braadstukken (medium gaar)
5 Voor het braden van braadstukken (goed gaar)
6 Voor bruin braden of snel aan de kook brengen
Commentaires sur ces manuels